Bij de waterpoort
Handel en ambachten in de middeleeuwen en moderne tijden
Informatiepunt:
- Historisch pad "Wasserpforte"; Oostelijke stadspoort "Wassertor".
Ambachten
Schmallenberg was in de Middeleeuwen een stad van ambachtslieden en kooplieden, maar alle inwoners hielden zich ook bezig met landbouw en veeteelt. Bakkers, kleermakers, schoenmakers en wollen wevers waren hier actief en er zijn bewijzen dat er al in 1273 en 1292 smeden in de stad waren. Buiten de stad werden molens geëxploiteerd (sinds 1416 de volmolen "Auf der Lake", in het oosten van de stad). Lenne de kloostermolen uit de 11e eeuw, de verder stroomopwaarts gelegen stadsmolen en andere molens).
In 1560 vaardigden het stadsbestuur en de burgemeester een "koop- en muurhuisverordening" uit, volgens welke de stad een belasting eiste op de opbrengst van de verkoop van textiel. Kort daarvoor hadden de kooplieden hun "Kauff- und Wandthaus" op het marktplein gebouwd. In 1625 namen de lakenwevers en kleermakers hun eigen gildenstatuten aan.
Ook in de 16e eeuw werden op de door water aangedreven Lenne Ook werden er in de 16e eeuw door water aangedreven ijzeren hamers gebouwd, die sikkels, zeisen, wapens, stromessen, schoffels en scheppen produceerden. Deze productie bereikte haar hoogtepunt aan het begin van de 19e eeuw. Rond 1800 waren er Schmallenberg 16 ijzerfabrieken en hamers, waardoor het de op een na grootste in het Olpe op de tweede plaats in het hertogdom Westfalen. In 1847 waren er nog maar 11 ijzer- en metaalfabrieken actief. De redenen voor deze daling lagen in de toenemende concurrentie van de Märkische Sauerlandde hoge kosten van grondstoffen en de opkomst van nieuwe verwerkingstechnieken.
Handel
De stad ontwikkelde zich tot een centrum van lokale markthandel, omdat het houden van een markt een gemeentelijk voorrecht was. De inwoners van de naburige dorpen mochten geen handel drijven. Oorspronkelijk waren er zeven jaarmarkten, later (1575) drie in Schmallenberg. De ambachtslieden en kooplieden speelden een belangrijke rol als toeleveranciers voor de langeafstandshandel van de middelgrote en grote steden: Schmallenberg behoorden tot de Hanze.
Voor de 14e eeuw Sauerland Er zijn aanwijzingen voor een niet onaanzienlijke langeafstandshandel, hoewel deze in de 15e eeuw afnam. De eerste bronvermeldingen van een al even belangrijke reizende handel dateren uit de 16e eeuw. De goederen die de handelaren meenamen op hun reizen waren lokaal geproduceerde hout-, ijzer- en textielproducten. Terwijl de naburige steden Medebach zich ontwikkelden tot Hallenberg zich ontwikkelden tot landbouwsteden, was er geen handel in Schmallenberg en Winterberg was er een continuïteit in de handel. Een van de redenen hiervoor waren de relatief slechte landbouwomstandigheden in dit gebied. Terwijl de reizende handel in het midden van de 18e eeuw een aanzienlijk niveau bereikte, was deze aan het begin van de 20e eeuw bijna volledig verdwenen.